-
Geschreven door Philip Dikland van KDV Architects.
Origineel artikel te vinden op: Plantage Onverwacht op Google Drive
Aanvullingen door Pinasroots middels grijze tekst
Plantage Onverwacht, ook wel Onverwagt
Neger-Engelse naam : Bossee = Bossé
Linkeroever in 't afvaren
volgorde in 't afvaren: Gage d'amour, Mattewaribo, Overtoom, Onverwagt, Osembo, Onoribo, Onverdacht, Welgedacht
De plantage was vroeger via de Para en de Hoykreek bereikbaar. Rond 1910 kwam de spoorlijn, en wat later werd vanaf het spoorstation een weg door de plantage naar Overtoom aangelegd. Na de aanleg van de spoorlijn vestigden de bewoners zich nabij het station ; het nieuwe dorpje heet "Onverwagt" of ook wel "Bossee". De oude kampong, die vermoedelijk nabij de Para heeft gelegen, werd toen verlaten.
Het huidige dorpje Onverwacht ligt half op plantage Osembo (de noordhelft) en half op plantage Onverwacht (de zuidhelft).
Op de kaart van Bakhuys is duidelijk te zien, dat de plantage vroeger verder oostelijk doorliep tot aan de Parakreek. Dit voorgedeelte werd later bij Osembo gevoegd. Tevens is te zien dat de plantage in de lengte wordt doorsneden door een kreek, de Hoykreek, ook wel Pararac kreek of Jawassie genoemd.
Chronologie
1667 - Redforde (Engelse kaart)
De kaart is onnauwkeurig. Redforde [of Rediford] of diens buurman Rowlings bezaten een plantage ter plaatse van Onverwagt. Zij komen verder niet in de archieven voor.
1671 - L. Gavel (kaart Mogge)
Ook Gavel heeft geen sporen in de archieven achtergelaten.
[ 1677 - Otto Eden
Op de kaart van Mogge welke is nagetekend door C. Craandijk, staat "L. Gavel nu Otto Eden" . (Zie ook Nationaal Archief, Den Haag, Verzameling Buitenlandse Kaarten Leupe, nummer toegang 4.VEL, inventarisnummer 1666E totaaloverzicht. )
De naam Otto Eden komt voor in The Universal Magazine vol.4 uit 1749 (6.02). Het stuk is geschreven door Capt. John Poyntz in 1683. Deze Poyntz herrinnert zich de Nederlander Otto Eden die hij ontmoette in 1678 of 1679 (?) in Tobago. Otto Eden was, samen met zijn familie en minstens één gedoopte indiaan, in een klein vaartuig vanuit Suriname naar het eiland Tobago gevlucht in verband met de Indiaanse oorlog 1678-1686, waarbij veel planters werden gedood. (6.01) Als gevolg van deze oorlog waren in 1686 alle 14 plantages in Para verlaten of verwoest. De persoon Otto Eden komt ook voor in de Zeeuwse archivalia uit Suriname en omliggende kwartieren 1667-1683 (pdf) (6.04) ]
1708 - Her. Honskom (kaart Paragebied, Augury 1708)
Honskom's plantage lag tussen die van de weduwe Lakory (Overtoom) en de weduwe Pleignol (Osembo). Onverwagt schijnt van origine een tabaksgrond te zijn geweest. (Suralco magazine, jaargang 2004 no. 1)
De naam Honskom komt niet voor in de kerkarchieven. Het meest nabij komt de naam Hontum. Hermanus en Anna Hontum hielden in 1699 en 1706 hun kinderen ten doop in de hervormde kerk. [Zou de naam Honthom, Henskom of Henscom kunnen zijn?]
1737 - Carel de Hoy (generale kaart Lavaux 1737: deel 1, deel 2, deel 3)
De plantage was 1000 akkers groot. De kreek door de plantage heet thans nog steeds de Hoykreek (ook wel Jawassiekreek), naar eigenaar Carel de Hoy.
Eigenaar Carel de Hoij is in 1687 geboren te Schiedam en moet omstreeks 1715 in Suriname zijn gearriveerd, samen met zijn broer David de Hoy. Er was vóór die tijd allang een familielid in Suriname geweest: dit was de dominee Aegidius de Hoy, die dienst deed in 1696 en 1697. De familierelatie tot David en Carel is niet bekend, zij kunnen zoons of neven zijn geweest. [ Dominee Aegidius de Hoy / Gillis de Hoij en Magdalena Outhuijsen, die in 1695 naar Suriname zijn afgereisd, waren de ouders van Carel en David. ] In ieder geval trad de weduwe van Aegidius op als doopgetuige bij de geboorte van hun kinderen, en het eerste zoontje van Carel de Hoy werd Aegidius genoemd.
Op 29-12-1722 huwde Carel de Hoij met Maria Abigail Herolt (7.01) [ te Paramaribo. Zij was een kleindochter van de beroemde tekenaar en botanist Maria Sybille Merian. Dochter van Jacob Hendrik Herolt en Johanna Helena Graff. ]
Uit dit huwelijk zijn 4 kinderen bekend :
- 1723-1753 Aegidius
- 1725-?? Jacob Carel
- 1727-1769 David, gehuwd 1748 Barbara Richters
- 1728-1732 Magdalena Johanna
- [ Johanna, geboren ca 1730 te Suriname. ]
- [ Catharina, geboren ca 1732 te Suriname. ]
- [ Magdalena Johanna, geboren ca 1734 te Suriname. ]
Maria Gerolt overleed in 1734 (7.02). Carel de Hoy leefde toen nog; het is niet bekend wanneer hij is gestorven.
1742 - F. C. Bossé (kaart Lavaux 1770) ; Elisabeth en Nanette Samson
De 5e editie van de kaart van Lavaux is berucht om zijn onnauwkeurigheid. Ook in het geval van Onverwagt is er een fout gemaakt. Bossé was in 1742 overleden, maar staat in 1770 desondanks nog vermeld als eigenaar.
Frederic Coenraad Bossé uit Brunswijck [ Duitsland ], kapitein van het Sociëteitsleger, raad van het hof van politie, was in 1737 de eigenaar van een viertal plantages, te weten: Ongelegen, Onverwacht en Zorgvliet aan de Para-kreek, en de grote koffieplantage Salzhalen aan de Commetuane. Het is niet bekend hoe Bossé deze bezittingen heeft verworven. Als eigenaar heeft hij indruk gemaakt op de slavenmacht van Onverwagt. Tot vandaag de dag is de plantage bekend onder de volksnaam "Bosee".
Zijn echtgenote was de mulattin Maria Jansz. Maria was als slavin geboren te St: Christophel, en met haar meester/vader Jan van Susteren naar Suriname gekomen. In 1713 werd zij samen met haar moeder Nanoe en haar broer Charloo gemanumitteerd. Zij huwde in 1714 met Pieter Myvila (ook wel: Miville) uit Zwitserland, en vervolgens met John (ook wel: Jan) Spies in 1720. In 1727 gaf zij haar ja-woord aan Frederik Bossé :
"...... 1727 maart 9 sijn door mij onderschreven in de kerk van Paramaribo getrouwt met malkanderen, Frederick Coenraad Bosse jongman geboren te Brunsweich, en Maria Janss geboren te St Christoffel - A: A: Engel ...."
Het huwelijk was, evenals Maria's voorgaande huwelijken, kinderloos gebleven. Toch waren er wel kinderen in hun huishouden ; zoals Elisabeth Samson . Zij was een dochter van Nanoe, en dus het (half)zusje van Maria. Zij groeide op in het huis van Jansz en Bossé.
Bossé overleed in 1742. Maria leefde tot 1753. De erfgenamen van Maria Jansz waren de gezusters Elisabeth Samson (1715 - 1771), Nanette Samson (?-1793), en Catharina Opperman (?-1764). Net zoals Maria Jansz waren zij dochters van Nanoe, maar later geboren, en van een andere vader. (McLeod 1994, p. 63)
[ 1762 - Carl Otto Creutz, partner van Elisabeth Samson (bron: Sociëteit van Suriname 1.05.03/inv.318) ]
[ 1780 - namen van slaven in de inventaris van houtgrond Onverwagt 1780 ]
[ 1792 - namen van slaven in de inventaris van houtgrond Onverwagt 1792 ]
1793 - boedel H. D. Sobre, Nanette Samson (almanak 1793)
Hermanus Daniel Sobre, de echtgenoot van Elisabeth Samson, erfde na haar overlijden in 1771 een groot plantagebezit, waaronder de helft van Onverwagt.
Uit Plantage Clevia aan de Surinamerivier (door Philip Dikland)Hermanus Daniel Zobre (1737 - 1784)
Zobre was één van de vele gelukzoekers die in Suriname kwam met de bedoeling er zijn fortuin te maken. In 1767 huwde hij met Elisabeth Samson:
".... 1767 op heeden den .. december zijn ten overstaan van de Edele Achtbaare heeren P: Ferrand en J: Swenne raeden in den Edele Hove van Politie en Crimineele Justitie der colonie Surinaame & & door mij ondergeschreven geswoore clercq der opgemelde colonie na behoorlijke affvragingh in den huwelijcken staat in en aangeteeckent,
Harmanus Daniel Zobre jongman van de gereformeerde religie geboortig te S' Hage oud omtrent 30 jaare geadsisteert met Joh: Smit en desselfs huijsvrouw,
en Elisabeth Samsom meede van de gereformeerde religie geboortig aan Paramaribo oud 52 jaaren geadsisteert met den heer R: van Jever en desselfs huijsvrouw....." (huwelijksregisters raden van politie)
Het huwelijk heeft Zobre bepaald geen windeieren gelegd. In één klap was hij een der rijkste inwoners der kolonie geworden. Voor Elisabeth Samson kan dit huwelijk nooit voordelig zijn geweest, en het is moeilijk verklaarbaar waarom zij het is aangegaan. Cynthia Mcleod, die een biografie over Samson heeft geschreven, vermoedt dat zij als rijke en vrij zwarte vrouw in alle opzichten het respect van de koloniale samenleving trachtte af te dwingen. Via haar huwelijk met een blanke man dacht zij dit respect te krijgen. In ieder geval heeft zij de aandacht op zich gevestigd, de huwelijksaankondiging staat zelfs in het officieele gouverneursjournaal vermeld:
".... Vrijdag den 11 december 1767 - Agter middag heeft ondertrouw gedaan dhr: de Sobre met de negerin Elisabeth Samson, gewezene huijshoudster van wijlen den Heer Creuts...."
Elisabeth overleed in 1771:
"...1771-april 22 Debet Harm: Daniel Sobre — A kerkegerechtigheid voort begraven van des selfs huisvrouw Elisabeth Samson in de N: O: T: f 50,- ..." (registers gereformeerde kerk)
Elisabeth had Zobre benoemd tot universeel erfgenaam; de erfenis bedroeg ongeveer f 1.200.000,- waaronder 11 plantages. Veel geld, maar een grafsteen voor zijn vrouw kon er niet af. In de kerkeboeken staat nergens de plaatsing van een grafsteen vermeld.Maar de tijd van de grote plantagewinsten was definitief voorbij, en bovendien had Zobre niet het zakeninstinct van zijn vrouw. Hij verhypothekeerde de plantages, en leefde als een rijk man, maar was in feite failliet.
Na zijn dood in 1784 bleek het bezit zwaar met hypotheekschulden belast, en Sobre's familie weigerde de erfenis te aanvaarden (McLeod 1994, p. 92). Het totale bezit kwam daarop in handen van het negotiatiefonds van Marselis te Amsterdam. In 1793 behoorde Onverwagt nog tot de "boedel H. D. Zobre".
De andere helft van Onverwagt was het eigendom van Nanette Samson, de zus van Elisabeth.
De plantage produceerde hout, en wordt omschreven als "liggende aan de Pararac kreek". N. Chevalier was de directeur. De administratie was in handen van Jan Rocheteau, de "Nieuwe Weesmeesteren", H. Schouten, en P. S. Hansen.
[1795 - De Boedel H.D. Sobre en de Erven van N. Samson (Surinaamsche Staatkundige Almanach voor den Jaare 1795)
Houtplantage Onverwacht aan de "Para Creecq" was 2000 akkers groot.
Administrateurs: J. Rocheteau, Mr. J.J. Wohlahrt, N. Weesm. en H.F. Matille. Directeur: N. Chevalier.
1796 - 't Fonds van J. en T. van Marselis en de Erven van N. Samson (Surinaamsche Staatkundige Almanach voor den Jaare 1796)
Onverwacht was 2000 akkers groot.
De administratie werd gedaan door Rocheteau, Mr. Wohlfahrt en Matille.
Directeur: B. van Gelderen.
1798 - 't Fonds van J. en T. van Marselis en de Erv. van N. Samson (Surinaamsche Almanach op het jaar ...1798)
Onverwagt, Hout pl. 2000 akkers.
Administrateurs: Agendarissen van Marselis en Matille.
Directeur: B. van Gelderen.
1811 - helaas geen gegevens gevonden in de Engelse volkstelling van 1811. (wel van de koffieplantage Onverwacht in Cottica, niet de houtgrond in Para)
1819 - J.F. v. Marselis ½, P.S. Hansen Boedel. ¼ , Wed. H. Schouten. ¼ (Almanak 1820 )
Onverwacht was een houtgrond van nu 3000 akkers.
H. Schouten was directeur.
De administrateurs waren: E.G. Veldwijk, C.L. Weissenbruch, H. Kluit, Kurators, Embericq en Veeckers. ]
1821 - erv. Schouten 1/4; G. N. Linck 3/4 (almanak 1821)
Hendrik Schouten (*1745 - † 27-09-1801) arriveerde in 1767 in Suriname met het schip "twee gebroeders" onder schipper Pieter Hilkes. Hij bouwde een bescheiden ambtelijke carierre op, en bekleedde de functie van commissaris van kleine zaken. Maar zijn ware liefde was de cultuur: hij was in Suriname dichter, uitgever, en acteur. Hij huwde op 20 maart 1772 met Susanna Johanna Hanssen (1750-?), een nichtje van de rijke plantage-eigenaresse Nanette Samson.
Uit het huwelijk van Hendrik en Susanna zijn vijf kinderen bekend, waarvan 1 vroeg gestorven :
- Hillegonde Nanette (1774-1808)
- Christina Elisabeth (1776-1856)
- Gerrit Carl Francois (1779-1839) gehuwd Maria Helena Zeegelaar (?-1842), [ kinderen: Carolina Maria (getrouwd met A.F. Lammens) en Frederik Johannes. ]
- Hendrik Samuel (*10-10-1785 - †16-04-1840) vermoedelijke directeur pl. Onverwacht in 1821
- Martinus (1788-1788)
De kinderen groeiden in Paramaribo op temidden van een milieu van kunst en cultuur. Met name Gerrit Schouten is daardoor beinvloed: hij werd later een kunstschilder van formaat.
Hendrik Schouten was zaakgelastigde van zijn aangetrouwde tante Nanette Samson, maar kon niet voorkomen (of heeft eraan meegeholpen, een kunstenaar is meestal een slecht zakenman) dat haar plantagebezit onverstandig beheerd werd. In de jaren 1771-1776 werd Nanette's bezit zwaar met hypotheek belast en in 1778 werd zij failliet verklaard. Toen zij in 1793 overleed, was er feitelijk nauwelijks een erfenis. Haar erfgenamen waren de kinderen van Susanna Johanna Hanssen, en haar broer Philip Samuel Hanssen. (McLeod 1994, p. 90, 114).
Ondanks het faillissement, lijkt het erop dat Nanette's helft van Onverwagt wel tot de erfenis behoorde. De kinderen Schouten kregen een kwart, en Philip Hanssen een kwart.
In 1809 werd Philip Hanssen's 1/4 aandeel in de plantage ten openbare verkoop aangeboden in verband met diens overlijden op 17-11-1806:
"... Paramaribo den 19 januari
CURATORS der NIEUWE WEES CURATELE en ONBEHEERDE BOEDELS KAAMER deezer COLONIE, zullen heeden over zes Weeken (de precise dag nader te bepalen) ter voorschreeve Kaamer publiek aan de Meest Biedende doen verkoopen de Quart in de HoutGrond Onverwagt, geleegen aan de Para Creecq aankoomende den Boedel M.P.S. HANSSEN ..."
(De Surinaamse Courant no.6: 21-01-1809)
Maar dat schijnt toen niet te zijn doorgegaan. Later, in 1820, kwam het aandeel opnieuw op de veiling. Deze kwart werd toen gekocht door de administrateur G.N. Linck, tevens eigenaar van de helft die vroeger aan Zobre had behoord. Hij werd dus voor 3/4 deel eigenaar. In 1821 was de boedel Schouten nog steeds eigenaar van het resterende kwart.
In 1821 was H. Schouten (ongetwijfeld Hendrik Samuel Schouten, zoon van Hendrik Schouten) de plantagedirecteur. Mede-eigenaar G. N. Linck voerde samen met directeur Schouten de administratie. In 1830 (Teenstra) telde de slavenmacht 99 mensen, en dat is groot voor een houtgrond. Het is overigens niet zo, dat al deze mensen productief bezig waren. Na aftrek van senioren en kinderen bleef er een productiemacht van zo'n 40 mensen over. Nog steeds teveel voor een oude houtgrond die waarschijnlijk al grotendeels uitgeput was. De slaven zullen grotendeels werkeloos zijn geweest, voor de eigenaren dus kapitaalverlies. Maar het was het voor eigenaren van houtgronden bijna onmogelijk om hun slavenmachten naar andere productieplantages over te brengen. Dat veroorzaakte meestal grote onrust onder de slaven, en steun van het gouvernement kregen de eigenaren niet. Toch werd het regelmatig geprobeerd. Waarschijnlijk is dit de reden dat de grote administrateur Govert Linck geinteresseerd was in Onverwagt. Men bedenke hierbij, dat vanaf 1808 de afrikaanse slavenhandel officieel was verboden, en dat het dus onmogelijk was om de slavenmachten op de plantages aan te vullen, tenzij met slaven van andere plantages.
[ Georg Nicolaas / George Nicolas / Gustav Nicolaus Linck is overleden op 20-11-1824 op 57 jarige leeftijd. (Opregte Haarlemsche Courant, Haarlem, 25-11-1824) Zijn vrouw Johanna Charlotte Vogt/Voigt is overleden op 26-12-1827, 62 jaar. Zie ook stukken betreft pl. Hamburg, Jagtlust en Zoelen in Amsterdams Archief en huwelijk Linck - Vogt]
1827
In 1827 bestond de slavenmacht uit 94 personen. Op 04-09-1827 werd er in totaal f.470 betaald aan "hoofdgeld of kopgeld", een belasting per hoofd. [bron: Nationaal Archief toegang 1.05.10.07 Inventaris van het digitaal duplicaat van het archief van de Administratie van Financiën in Suriname, 1751-1828, Inventarisnummer 282 1827: Plantages.]
[ 1830 - Erven H. Schouten ¼ en H. Schouten ¾. (Almanak 1831): Onverwacht was een houtgrond van 3000 akkers. H. Schouten, Hendrik Samuel Schouten, was directeur en administrateur. Schijnbaar heeft hij het deel van G. Linck aangekocht. H. Schouten was nu tevens eigenaar van plantage L'Inquiétude, met C.F. Groot als directeur. Alsmede van de verlaten koffieplantage Liefdenshoek aan de Surinamerivier, linkerhand van het afvaren.
In 1834 heeft er een bosbrand gewoedt waardoor er 450 akkers bos verloren zijn gegaan. Vandaar dat er vermoedelijk op een verzoek wordt ingegaan en 400 akkers aan de westzijde van plantage Onverwacht aan de plantage worden toegewezen. (5.03) ]
Jaar | Almanak | Eigenaar | Directeur (beheerder) | Administrateur | slavenmacht (personen) |
---|---|---|---|---|---|
1833 | Almanak 1834 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 103 |
1834 | Almanak 1835 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 108 |
1835 | Almanak 1836 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 103 |
1836 | Almanak 1837 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 103 |
1837 | Almanak 1838 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 103 |
1838 | Almanak 1839 | H. Schouten | H. Schouten | H. Schouten | 103 |
1839 | Almanak 1840 | H. Schouten | P v.d. Meer | H. Schouten | 106 |
1840 | Almanak 1841 | Erven H. Schouten | P v.d. Meer | F. Flu en J.G.W. Bänffer ¾ en J.L.V. Karsseboom ¼ | 106 |
1841 | Almanak 1842 | Erven H. Schouten | P v.d. Meer | J.G.W. Bānffer ½ en A.F. Gerdeman ½ | 116 |
1842 | Almanak 1843 | Erven H. Schouten | H.W. Buillab | H.G. Roux en J.G.W. Bänffer Sequesters ½ en A.F. Gerdeman | 120 |
1843 - erven H. Schouten (almanak 1843)
Onverwagt was in 1843 een houtgrond van 3000 akkers. De erven Schouten waren de eigenaar, Govert Linck wordt niet meer genoemd. H. W. Buillab [ Hendrik Willem Buillab, een gekleurde plantage directeur ] was de directeur. De administratie werd gevoerd door een uitgebreid gezelschap bestaande uit H.G. Roux, J.G.W. Banffer, A.F. Gerdeman en de door de overheid benoemde sequestors. De directeur zal flink wat tijd zijn kwijtgeraakt met het quattropliceren van zijn administratie...
De erven van Hendrik Samuel Schouten waren de twee kinderen van zijn broer Gerrit. [ Carolina Maria en Frederik Johannes Schouten.]
[ 1845 - A.F. Lammens Jr 22/48e deel en C.E. Schouten 26/48e deel ( Almanak 1846 )
Onverwacht heeft een slavenmacht van 125 personen en is 3000 akkers groot.
De eigenaren zijn Christina Elisabeth Schouten voor 26/48e deel en A.F. Lammens junior voor 22/48 deel.
H.W. Buillab is nog steeds directeur. De administratie wordt gedaan door H.G. Roux en R.F. Bohm 26/48 seq. en A.F. Lammens.
A.F. Lammens Jr. heeft de volgende delen van Onverwacht aangekocht op 13-12-1844
Ter Kasteleneije van het Geregtshof.
Vrijdag 13 december 1844
11/48 aandeelen in de Houtgrond ONVERWACHT, gelegen aan de Para Kreek, aankomende CAROLINA MARIA SCHOUTEN Echtgenoot van Mr. A.F. LAMMENS - f 6,500. A.F. LAMMENS Jr.
11/48 aandeelen in gemelden Houtgrond, aankomende FREDERIK JOHANNES SCHOUTEN - f 7,600. - Dezelve
In de Surinaamsche Courant 12-06-1844 staat een aankondiging betreft de verkoop van de houtgrond.
(16449) De Exploicteur bij het Geregtshof te Suriname zal over zes weken, dag en datum nader te bepalen, publiek bij Executie verkoopen:
(...) De helfte in den Houtgrond Onverwacht cum annexis, gelegen in de Para Kreek, tusschen de Houtgronden Osembo en Overtoom, La. B. No. 38 aankomende Christina Elisabeth Schouten.
11/48 Aandeelen in denzelven Houtgrond Onverwacht cum annexis, aankomende Carolina Maria Schouten Echtgenoot van Mr. A.F. Lammens.
11/48 Aandeelen in denzelven Houtgrond Onverwacht cum annexis, aankomende Frederik Johannes Schouten
Paramaribo, den 10 Junij 1844
Surinaamsche Courant 12-06-1844
[ 1856 - A.F. Lammens Jr ( Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1856 )
A.F. Lammens Jr. staat nu als enige eigenaar van de houtgrond Onverwacht vermeldt. Het is nog onbekend wanneer het deel van Christina Elisabeth Schouten is verkocht aan A.F. Lammens jr.
De houtgrond Onverwacht is nog steeds 3000 akkers groot.
Beheerder is A. Wildeboer en directeur E.H.J. (Evert Hendrik Sam) Timmer.
Er zijn in totaal 171 slaven op de plantage: 61 geschikt voor werken, 110 ongeschikt. Het totale aantal vrije personen is 9: 2 mannen, 2 vrouwen, 3 jongens en 2 meisjes. ]
[ 1857 - A.F. Lammens Jr (Suriname. Jaarboekje voor het jaar 1857)
A.F. Lammens Jr. is eigenaar.
Administrateur in Suriname is A. Wildeboer en directeur is van L.H. van Gardo ]
1857 - A.F. Lammens junior (advertentie 1857)
A.F. Lammens junior was de zoon van de rechter Adriaan Francois Lammens (9 januari 1767 Vlissingen -1847 Den Haag).
Adriaan Francois Lammens (sr) kwam op 19 oktober 1815 naar Suriname. Hij was president van het Hof van civiele en criminele justitie, en tevens president van het gemengd brits-nederlands gerechtshof tegen de slavenhandel. Daarnaast was hij de schrijver van één der beste verhandelingen over Suriname ooit geschreven.
Hij was - na twee voorgaande huwelijken - in 1827 gehuwd met Carolina Maria Wilhelmina Schouten (1803-1886), een dochter van Gerrit Schouten. Het echtpaar bewoonde het rijke hoekhuis op de hoek van de Waterkant en het Plein. Tot 18 november 1835 verbleven zij in Suriname ; in dat jaar ging Lammens met pensioen en vertrok het echtpaar voorgoed naar Nederland. Carolina Maria Schouten heeft de plantage Onverwagt geerfd van haar oom Hendrik Samuel Schouten.
Adriaan Francois Lammens junior (1792- [18 juni 1861 Paramaribo]) was een voorzoon uit het eerste huwelijk van Adriaan Lammens. Carolina Maria, die zelf geen kinderen had, heeft de plantage blijkbaar aan hem nagelaten. Lammens junior is vermoedelijk nooit in Suriname geweest. (Medendorp 1999, p. 30)
Aanvulling Pinasroots:
Adriaan Francois Lammens junior (1792-1861) heeft, in tegenstelling tot wat Medendorp (1999) schrijft, weldegelijk in Suriname gewoond. Zie ons artikel over A.F. Lammens jr.
Adriaan Francois Lammens junior was eigenaar van plantage Onverwacht in de periode 1844-1859.
In 1844 kocht hij 22/48 deel van plantage Onverwacht van Carolina Maria Schouten, zijn stiefmoeder, en Frederik Johannes Schouten (beiden kinderen van Gerrit Schouten). In 1859 wordt de plantage geveild.
[13575] De Exploicteur bij het Geregtshof in de kolonie Suriname, zal op Vrijdag den 21 Januarij 1859, des voormiddags ten half negen ure, publiek bij executie verkoopen ; Den Houtgrond ONVERWACHT cum annexis, gelegen in Para, aankomende A. F. Lammens Junior. Paramaribo; den 6 December 1858
SIMON ABENDANON Sz.
Surinaamsche courant en Gouvernements advertentie blad, Paramaribo, 07-12-1858.
Vlak voor zijn dood trouwt hij op 14 juni 1861 met Theresia Francina Adriana Lammens. (Surinaamsche courant en Gouvernements advertentie blad, Paramaribo, 18-06-1861) Zij is de gemanumitteerde Theresia Mosselwijk.
Het lijkt erop dat hij op dat moment stervende is, gezien de inleidende tekst:
Burgerlijke Stand
Paramaribo, den 14 Junij 1861
Krachtend Gouvernements-resolutie dd. heden No. 1, zijn tenzelfden dage, uit hoofde van de bestaande urgentie, met dispensatie van de Zondags geboden, in den huwelijke staat opgenomen:
Adriaan Francois Lammens, Junior
en
Theresia Francina Adriana Lammens
De Hoofd-Commies; belast met de functien van den Gouvernements-Secretaris, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
J.E. Wesenhagen.
A.F. Lammens Jr. is op 18 juni 1861 te Paramaribo overleden.
In de boedelpapieren van A.F. Lammens jr valt te lezen dat hij "behoeftig"/"armoedig" gestorven is. Tevens bevat deze een schuldbekentenis uit 1839 van Hendrik Samuel Schouten ivm plantage L'Inquiétude. Plantage Onverwacht is ten tijde van het opstellen van zijn testament, 1 maart 1857, nog in zijn bezit. ]
In 1857 werd de plantage geveild. [ Schijnbaar heeft er geen aankoop plaatsgevonden want in 1859 wordt de plantage Onverwacht opnieuw geveild. ] De nieuwe eigenaren waren de gebroeders [ vader en zoon ] Caupain te Paramaribo.
"... De Exploicteur bij het Geregtshof in de kolonie Suriname, zal over een jaar en zes weken, den dag en datum nader te bepalen, publiek bij executie verkopen:
Den Houtgrond ONVERWAGT c.a., gelegen in de Para Kreek, tusschen de Houtgronden Osembo en Overtoom, aankomende A.F. Lammens Junior, (op den 13n. dezer onder Sequestratie gebragt) ..."
(De Surinaamse Courant no.139: 19-11-1857)
[13575] De Exploicteur bij het Geregtshof in de kolonie Suriname, zal op Vrijdag den 21 Januarij 1859, des voormiddags ten half negen ure, publiek bij executie verkoopen ; Den Houtgrond ONVERWACHT cum annexis, gelegen in Para, aankomende A. F. Lammens Junior. Paramaribo; den 6 December 1858
SIMON ABENDANON Sz.]
Surinaamsche courant en Gouvernements advertentie blad, Paramaribo, 07-12-1858.
[ 1858 - A.F. Lammens Jr (Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859)
A.F. Lammens Jr. is eigenaar van de houtgrond Bossée van 3000 akkers.
Administrateurs in Suriname zijn H.J. Blancke en A.F. Lammens Jr.
Directeur is L.F. Lammens.
Op de grond wonen 12 vrije personen en 175 niet vrije personen (86 man, 89 vrouw)
1859 - A.F. Lammens Jr (Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1860)
A.F. Lammens Jr. is eigenaar van de houtgrond.
Administrateurs in Suriname zijn A.F. Lammens Jr. en H.J. Blancke. (Seq.).
Directeur is A.J. Lammens. Op de grond wonen 12 vrije personen.
Van de 169 niet vrije personen (86 man, 83 vrouw) waren 32 te Paramaribo verhuurd.
1860 - F.G. Caupain (Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1861)
Francois Gaspard Caupain is eigenaar van de houtgrond van 3000 akkers.
Administrateur in Suriname is F.P. Bouguenon.
De directeur is J. de Haas.
Op de grond wonen 5 vrije personen en 172 niet vrije personen (86 man, 86 vrouw)
1861 - Francois Gaspard Caupain en W.F. Caupain
Op 8 Augustus 1861 wordt 1/3 deel van plantage Onverwacht overgeschreven van F.G. Caupain naar W.F. Caupain. (bron 08.08.1861)]
1863 - Caupain ; emancipatie
Blijkens de emancipatieregisters werden er 142 slaven vrijverklaard, verdeeld in vijf grote families :
Crisis , Loswijk , Pinas , Piqué , Vyent
en 3 kleine families:
Disker , Graf en Nooten .
De eigenaren waren Francois Gaspard Caupain (2/3 deel), woonachtig aan de Saramaccastraat La. E. no. 21 te Paramaribo, en William Fransua Caupain op de houtgrond Onverwagt (voor 1/3 aandeel). De "tegemoetkoming" bedroeg f 49.200,-
Na 1863
1864 - W.F. Caupain
Op 20 februari 1864 wordt het 2/3 deel van de plantage van F.G. Caupain overgeschreven naar W.F. Caupain, waardoor de gehele plantage Onverwacht in het bezit komt van W.F. Caupain. (bron 20.02.1864)
1868 - Vincent Bartoccini
Op 3 januari 1868 blijkt Onverwacht verkocht te zijn door W.F. Caupain en wordt de plantage overgeschreven naar V. Bartoccini. (bron 03.01.1868).
Vincent Bartoccini, een koopman geboren in Venetie, trouwde op 09-10-1861 in Paramaribo met Alida Sophia (van) Wijchgel, dochter van Maria Dora van Flora van Wossing. Beiden waren 46 jaar oud. (NAN huwelijksakte) Zij woonden hoogstwaarschijnlijk aan de Waterkant N. Wijk Ia. A. #103. (Surinaamsche courant 02-03-1878) Bartoccini is kapitein geweest van o.a. de schoener "Lady of the Night" (zie diverse kranten op delpher.nl). Bartoccini overleed op 29 februari 1868 in Suriname op 55 jarige leeftijd, bijna 2 maanden na de aankoop van Onverwacht. (Koloniaal nieuwsblad 2-3-1868) Alida overleed op 29 januari 1878 in Suriname op 63 jarige leeftijd.
Op 3 oktober 1877 werd de houtgrond Onverwacht in de krant in pacht aangeboden.
18 mei 1881
Volgens overlevering (www.bossekrioro.com) werd de plantage vanaf 1877 aan de voormalige slavenbevolking verhuurd, en op 18 mei 1881 door hen aangekocht. Bij contractondertekening werd de bevolking vertegenwoordigd door 8 familiehoofden ; hun namen staan vermeld op het eigenarenmonument in het dorp.
Fu memre deng fosi Eginari
Di baj na pranasi Onverwagt
Tapu 18 mei 1881
Frans Vyent
Johan Crisis
Bernhard Vyent
Daniel Kensie
Augustinus Vyent
Nicodemus Loswijk
Frits Pinas
Johannes Piqué
Eigenarenmonument te Onverwagt in het Bosee-park. Foto KDV architects, 2005
Detailfoto eigenarenmonument te Onverwagt in het Bosee-park. Foto KDV architects, 2005
Met ingang van 1 november 1881 werd een gouvernementsschool geopend op plantage Onverwacht. (Surinaamsche courant 24-09-1881.)
1906 - aanleg spoorweg
In de periode 1904-1912 werd een spoorweg aangelegd naar de goudvelden van boven-Suriname, de z.g. "Lawa-spoorweg". Onverwagt werd een van de belangrijkere stations. In de dertiger jaren verbeterden opnieuw de verbindingen : de Winston Churchillweg langs de Surinamerivier werd aangelegd, en de Meursweg verbond Onverwagt met de rivier. Langs de spoorbaan werd op het oude Pad van Wanica een autoweg aangelegd, die in de veertiger jaren werd doorgetrokken naar de nieuwe luchthaven Zanderij.
Het huidige dorpje Onverwagt ligt op de kruising van de spoorbaan en de Hoykreek, en vormt één geheel met het dorpje Osembo aan de andere kant van de spoorlijn.. Het is niet duidelijk of Onverwagt/Osembo daar altijd al heeft gelegen, of dat het dorp op een gegeven moment naar het spoor is verhuisd. Het oudste nog leesbare graf op de begraafplaats van Onverwagt dateert uit 1913.
In 1910 werd de r.k. Heilig Hart van Jezuskerk ingewijd.
traditionele huizen in het dorpje Onverwagt. Foto KDV architects, 2005.
Na 1940 - industrialisatie
Het Para-district heeft de meeste economische impulsen gehad van geheel Suriname. In het begin van de 20e eeuw bracht de aanleg van de spoorlijn - een project van f8.000.000,- - werkgelegenheid. Daarna was er werkgelegenheid met het onderhoud ervan, en was het bovendien mogelijk om tuinbouwproducten in de stad aan de man te brengen. In de veertiger jaren volgde de aanleg van de luchthaven Zanderij met de bijbehorende aanvoerwegen. In 1941 begon de Billiton met het mijnen van bauxiet te Onverdacht. In de zestiger jaren, werd het district het industrieele centrum van Suriname, toen de SBM een aluinaardefabriek en aluminiumsmelter opende te Paranam. En tenslotte, vanaf de negentiger jaren, is er een steeds grotere touristische activiteit, met name in het Zanderijgebied.
1968 - heden - hoofdplaats district Para
In 1968 werd het district Para ingesteld ; Onverwagt werd de hoofdplaats van het nieuwe district. Ondanks de vele economische activiteiten in het district, is Onverwagt vanaf 1975 eigenlijk steeds kleiner geworden, een verschijnsel dat zich ook heeft voorgedaan in de andere oude dorpjes van het district. De verbindingen met Paramaribo zijn uitstekend, maar dit heeft er juist toe geleid dat de jongere bewoners zich in Paramaribo gingen vestigen. Anderen trokken weg naar Nederland.
Maar vanaf 2000 is ook een tegengestelde tendens zichtbaar : de mensen worden moe van Paramaribo, en verhuizen naar de rust van Onverwagt. Er zijn zeker 5 mooie moderne huizen in het dorp, en nog enkele in aanbouw.
In 1985 werd de spoorverbinding opgeheven. Zij had geen nut meer, de naastliggende autoweg had de transportfunctie geheel overgenomen. Op het laatst was er alleen nog een dienst tussen Onverwagt en Republiek. Het station bestaat nog, maar dat zal niet lang meer duren. De treintjes staan weg te roesten, de stationoverkapping werd in 2004 gesloopt. 1 locomotief werd hergebruikt als gedenkteken. Niet onterecht : veel van de ontwikkeling van het district is uiteindelijk te herleiden naar de spoorlijn, de eerste grote ontsluiting van het gebied.
Aanvulling Pinasroots:
Onderstaande foto's gemaakt door André Pinas
Bronnen
1 - boeken en artikelen
1.1 - Andre Loor: Verbonden, suriname en DSB, 1865-1990 - uitg. DSB, 1990
1.2 - Cynthia McLeod: Elisabeth Samson, een vrije zwarte vrouw in het achttiende eeuwse Suriname - uitg. Vaco Press, 1994.
1.3 - Clasien Medendorp: Gerrit Schouten (1779-1839) - uitg. KIT Amsterdam en SSM Paramaribo, 1999
1.4 - fr. A.C. Schalken: Historische gids 300 jaar R.K.gemeente - 1985
2 - databases op het internet
2.1 - Philip Dikland - oud archief der burgerlijke stand in Suriname
2.2 - Heinrich Helstone, Okko ten Hove e.a. - database emancipatieregisters 1863
3 - inventarisaties in het notarieel archief van het NA, den Haag
geen gegevens
4 - archief Dienst der Domeinen te Paramaribo
1820 - resolutie
Alzoo curators der nieuwe wees curateele en onbeheerde boedels kamer zich aan ons bij requeste hebben geaddresseerd, dat zij zullende overgaan tot den verkoop van de onder derzelve beheerde zijnde 1/4 aandeel in de houtgrond genaamd Onverwagt gelegen aan de Parakreek ter regterhand opwaards strekkende tusschen de hout plantagien Osembo en Overtoom, aankomende den boedel wijlen mr: P: S: Hansen blijkens bij requeste geannexeerde kaart door den geswooren landmeeter J: G: R: Bohm geformeerd beslaande eene groote van 2221 akkers, met eene breete van 60 kettingen en diepte van 370 1/6 kettingen ; en aangezien bij de voorm: plantage de warrand of grondbrief was ontbrekende zij supplianten tot het verkoopen van gem: 1/4 aandeel in voorsz: houtgrond te raden zijn geworden zich aan ons te keeren met verzoek hun van meergem: houtgrond te verleenen warrand of grondbrief informa.
Zo is het dat wij het voorsz: overgemerkt en de positive conform de waarheid bevonden hebbende alsmede ingezien de kaart der uitmeeting door den geswooren landmeeter J: G: R: Bohm in dato 18 december a.p geformeerd ; mitsdien vergunnen en concedeeren aan de supplianten omme in allodialen en erffelijken eigendom te blijven bezitten de voorm: houtgrond genaamd Onverwagt gelegen aan de Parakreek ter regterhand opwaards strekkende tusschen de hout plantage Osembo en Overtoom zoals dezelve zich thans bevindt beslaand 2221 akkers gelijk uit de geannexeerde kaart blijkt,
nogthans onder de volgende conditien.
Zullen zij gehouden zijn te betalen aan het kantoor der land Taxen over eene hoeveelheid van 1000 ackers land eene jaarlijksche recognitie of canongeld van twee stuivers hollands geld per acker en over eene hoeveelheid van 500 akkers een jaarlijksche recognitie of canongeld van vier stuivers hollands per akker, en dat op poene dat ingevalle dezelve recognitie of canongeld binnen drie maanden na den vervaldag telkens niet voldaan was, het dubbeld van dien zal moeten betaald worden en alzo in plaats van twee vier een van vier acht stuivers per akker land en waar voor zij paratelijk zullen mogen en moeten worden geexecuteerd.
Ook zullen zij gehouden zijn de approbatie op deese warrand van den landsheer te versoeken binnen den tijd van twaalf andere maanden op poene van daarvan ingebreeken blijvende voor de eerste zes maanden na de bepaalde tijd te verbeuren eene boete van vijftig guldens de volgende ses maanden eene boete van een honderd guldens en de laatste zes maanden eene boete van twee honderd guldens, alles ten behoeven van 't hospitaal alhier en zal gemelde approbatie binnen twaalf andere maanden aan ons moeten worden vertoond.
En zal deze warrand illico ter secretarij der colonie laaten registreeren en ons daarvan behoorlijk doen blijken.
Voorts blijft het regt van naasting ten allen tijde aan den landsheer gereserveerd.
Laatstelijk zullen zij niets vermogen te onderneemen tot nadeel den vrije indianen ofte eenige vorige concessien, en zo er natuurlijke creecquen door dit land mogten loopen dezelve niet toe te vallen ofte stoppen maar voor een ieder open en vrije te moeten blijven om te kunnen bevaaren.
Aldus gedaan en met ons handteekening en zegel bekrachtigd alhier aan Paramaribo dezen 31 januarij 1820.
/ was geteekend / C: R: VaillantPermitteeren bij deze aan G: N: Linck prive en qq en H: Schouten prive en qq, om met hunne negers op het stuk agterland gelegen aan het perceel land aan de Pararacweg aankomende de houtgrond Onverwagt aan de Parakreek ter regterhand opwaarts gelegen, waarvan kaart figuratief geformeerd dato 11 januarij ll door den geswooren landmeeter J: G: R: Bohm aan ons is geexhibeerd, en waaruit consteerd dat hetzelve perceel door niemand is bezete, tot wederopzeggings toe hout te mogen werken en kost te planten.
En zullen zij (vide pag: 45)
Gegeven onder onze handtekening en zegel aan Paramaribo den 1 augustus 1821.
/ was geteekend / C: R:Vaillant
Aanvulling Pinasroots
5 - Bron: Delpher, online kranten en tijdschriften
Uit de hand te koop: de helft in den Houtgrond Onverwacht gelegen in de Parra Kreek, met alle de daaraan behorende Slaven, Besten, en verder toebehoren, te bevragen ten Kantore van E.G. Veldwijk qq.
Hypotheken
Den 7den September 1835. Isaac del Prado c.s. qq. Boedel David del Prado, 1ste Hijpotheek, ten behoeve H. Goudman, te vestigen op de Plantaadje Welgemoed en de Houtgrond Onverwacht, cum annexis, de eerste gelegen aan de Hoerhelena Kreek, en de tweede gelegen in Para.Surinaamsche courant : letterkundig dagblad. Paramaribo, 12-09-1835
5.03
GOUVERNEMENTS SECRETARIJ. Paramaribo, den 11 Januarij 1837.
(...095) Alzoo HENDRIK SAMUEL SCHOUTEN, zich bij rekeste aan den Gouverneur Generaal heeft geadresseerd , te kennen gevende , dat van een onlangs aan hem bij behoorlijke Warand in allodialen eigendom en erfelijk bezit verleend perceel land, ter grootte van 1000 Akkers, bij den, in bet jaar 1834 plaats gehad hebbenden boschbrand, 453 7/10 Akkers staande bosch is verbrand, en verzoekende dat aan hem , aan de Zuidzijde van het alstoen onbeschadigd gebleven gedeelte van dat perceel, ter grootte van 546 3/10 Akkers, een ander stuk land of bosch van gelijke grootte als het afgebrande gedeelte moge verleend worden.
Zoo worden hierbij al degenen, die mogten sustineren beter regt te hebben dan gemelde H. S. SCHOUTEN, de gelegenheid gegeven om van nu af, binnen Veertien dagen , hunne reclames ter Gouvernements Secretarij in te dienen; alwaar het voorschreven rekest met de bijlagen ter visie ligt; zullende na verloop van dien tijd , op het rekest worden gedisponeerd zoodanig als de Gouverneur Generaal zal vermeenen te behooren.
De Adjunct Gouvernements Secretaris, G. S. de VEER.Surinaamsche courant : letterkundig dagblad, Paramaribo, 16-01-1837.
Gouvernements Secretarij. Paramaribo, den 15 Junij 1837
Alzoo H. SCHOUTEN, zich bij requeste aan den Gouverneur Generaal heeft geadresseerd, met verzoek om voor hem requestrant van Zijne Majesteit den Koning te vragen, den allodialen eigendom en het erfelijk bezit van een perceel Land, gelegen in de divisie Para, aan de Westzijde der tot den Houtgrond Onverwacht behoorende gronden,ter grootte van 400 akkers.
Zoo worden hierbij al degenen die mogten sustineren beter regt te hebben, dan de requestrant, de gelegenheid gegeven, om binnen den tijd van veertien dagen, na de dagteekening dezes, hunne reclames ter Gouvernements Secretarij in te dienen, alwaar het voorschreven request met de bijlagen ter vitte ligt, zullende na verloop van dien tijd, op het request vrorden gedisponeerd, zoodanig als de Gouverneur Generaal zal vermeenen te behooren.
De Gouvernements Secretaris, G. S. DE VEER.Surinaamsche courant : letterkundig dagblad. Paramaribo, 16-06-1837
Nieuwe Surinaamsche courant 02-05-1840
(17237) C.E. SCHOUTEN voor de helft en F.J. SCHOUTEN voor een vierde aandeel Erfgenamen van den Boedel wijlen den Heer H.S. SCHOUTEN, alhier den 16den April jl. ab intestato overleden, verzoeken de genen, welke deugdelijke vorderingen hebben, van- of verschuldigd zijn aan gemelden Boedel daarvan opgave en betaling te doen aan de Heeren S.F. FLU en J.G. BäNFFER, als daartoe gemagtigd. Paramaribo, den 29 April 1840.
(16151) Aan het Departement der Onbeheerde Boedels, zijn gedevolveerd de navolgende Vaste Effecten en Boedels, als: (...)
de Houtgrond Onverwacht voor 11/48 aandeelen, aankomende de uitlandige C.E. Lammens geb. Schouten, den 28sten Maart 1843 (door het overlijden van A.F. Gerdeman)
Surinaamsche courant 04-06-1843
(28537) De Exploicteur bij het Geregtshof te Suriname , zal op HEDEN, des voor middags om half negen uren ten overstaan an Heeren Gecommitteerde Raden uit gemeld Geregtshof, publiek bij Executie verkoopen:
De helfte in den Houtgrond ONVERWACHT cum annexis, gelegen aan de Para Kreek, tusschen de Houtgronden Osembo en Overtoom, aankomede CHRISTINA ELISABETH SCHOUTEN.
11/48 aandeelen in gemelden Houtgrond aankomende CAROLINA MARIA SCHOUTEN. Echtgenoot van Mr. A.F. LAMMENS.
11/48 aandelen als boven aankomende FREDERIK JOHANNES SCHOUTEN.
Paramaribo, den 13 December 1844
T.M. SCHOTBORGH
Surinaamsche courant, Paramaribo, 13-12-1844.
Transport
Den 8 Augustus 1861. F.G. Caupain aan W.F. Caupain , van een derde aandeel in den Houtgrond onverwacht c. a., gelegen in de divisie Para. Paramaribo, den 9 Augustus 1861.
Surinaamsch weekblad. Paramaribo, 18-08-1861
Opgegeven Transporten.
(330) Den 20sten Februarij 1864. F.G. Caupain aan W.F. Caupain, van twee derde aandeelen in den Houtgrond Onverwacht c.a., gelegen in de divisie Para.
Surinaamsche courant en Gouvernements advertentie blad. Paramaribo, 25-02-1864
Opgegeven Transport.
Den 3den Januarij: 1868. W.F. Caupain aan V. Bartoccini, van den Houtgrond Onverwacht in het district Para, benevens het land Mijn Hulp aan den Pararacweg.
De kolonist : dagblad toegewyd aan de belangen van Suriname. [Paramaribo], 05-01-1868.
6.01
[p.140] ... Meanwhile, Duke Jacob had entered an agreement with an English merchant-adventurer, Captain John Poyntz, to have Tobago settled by Englishmen under Courlander flag. Poyntz reportedly visited Tobago from Barbados in 1678 and 1679 and met one of the few new residents of the island, a Dutchman who, with his family and at least one christianized Indian servant, had fled from Suriname (Poyntz, 1901:4-5) ...
66. This Dutchman, Otto Eden, apparently left Suriname due to the Kalina revolt which, threatening since the Dutch conquest of the colony in 1667, resulted in open conflict in 1678 and brought the colony almost to an end. It lasted as a guerilla war as late as 1686 (Buve, 1965; Whitehead, 1996).
6.02
The Universal Magazine vol.4, 1749 (Google Books)
[p.155] I remember the wonderful preservation of Otto Eden (a Dutchman) that fled in a small vessel from Surinam, to preserve himself and family; which by God's providence, were miraculously preserved in this fortunate island of Tnbago; but a stranger on the place ; and because having no bread to eat, and his half famished children lamenting about him, it struck him into a deep melancholy: so that whilst under a heavy pressure of mind, and considering what to do, a protestant Indian that fled along with him, asked Mr. Eden, Why out of measure so sorrowful? Mr. Eden replies, / that have fed so many scores of people, home not, at present, wherewithal to . eat: To which the Indian answered, That God that gave you preservation, has brought you into a land of plenty; despair not, Mr. Eden; furnish me with a negro or two, and a couple of axes, and til suddenly bring you some provision to eat : which was presently performed, by striking down a large macaw-tree (about the bigness of a roan's middle) and of the whitish, pithy substance, near to the top, he beat in a mortar, then he pressed out the juice, and boiled it to the consistency of a hasty-pudding; but the residue he dried, and rubbed to a perfect flour; which, with nothing else but fair water only, he moulds into cakes; of which like bread, I eat at my arrival at Tobago, at the fame Eden's house; and did verily persuade myself (before I heard this relation) that it was Dutch Wheaten bisket.
6.03
De binnenlandse oorlog in Suriname, 1613-1793
Hugo A. M. Essed - 1984
[P. 14] ... De juiste aantallen van alle distrikten zijn niet bekend, maar in 1686 dus 8 jaar na het hoogtepunt van het Caraibisch offensief, waren als gevolg daarvan nog steeds alle 16 plantages in de Para verlaten of verwoest en in de Suriname 41 van de 6852 . Eind 1678 was het overgrote deel van de planters hun plantages ontvlucht.
6.04
Zeeuwse archivalia uit Suriname en omliggende kwartieren 1667-1683 (pdf)
Surinaams Museum en KDV Architects, Paramaribo1679 - 3 mei - brief Heinsius
2035 - 328
[...] Uijt de Commewine is onlanghs wech geloopen Otto Eden, een persoon die doorgaens hier wel moeijlijckheijt heeft aengerecht & sijn diverse blancken met hem gegaen, onder andere noch een planter genaemt Jacob St. Roux & hebben samen wel dertich a veertigh negers mede genomen ; vele luijden versoucken dagelijcx te mogen vertrecken, ende spreecken generalijck van t' land te sullen moeten verlaten. [...]1680 – januari 1 tot februari 16 – extract der daghelijckse gebeurtenisse
2035 - 404 / 405
[...]13 Janrij
Is Hermanus Wagenr: in den vollen Raad nader ge-examineert ende bevonden dat hij met vele leugens omgaet, ende na alle apparentie niet anders overgecome te sijn als om quadt te doen, hebbende mede gebragt brieven van Otto Eden aen diverse persoonen tenderende om de Planters te animeren t’ Lant te verlaten, gelijck hij Wagemr: oock den brief geszn: heeft aen d’ Hr Isaac van Mildert gedateert Antigo 12 Xber 1679, ende bekende dat die hier in de Commewine gesz: hadde op de Plantagie van Francois Browning & van daer gesonden na gemelte Van Mildert, bij welcken brief niet anders can worden geoordeelt als dat hij gecomen is om t’ Volck op te maken ten eijnde datse t’ Landt soude verlaten & met hare effecten door gaen, t’ welck een groote verslagenht: heeft gegeven onder die van de Commewine.
ende te meer omdat Otto Eden schrijft van noch twee Engelse schepen die hier staen te come (met aan boord) Pieter Raet en noch een ander t’ welck gehouden wort te wesen Philip Hall, twee persoonen die bekent sijn te wesen seer quade instrumenten, ende bequaam om iets te ondernemen, derhalven gevreest wort dat se wel mochten comen om een deel Negers uijt de Commewine wech te voeren, ofte d’ Indiane onse vijanden in Serammeka ende Coppename van ammonitie en gewere te versien, en de Negers die se van ons gerooft hebben haar af te handelen & soo een fondament tot onse ruine te leggen. Het is oock bevonden dat George Lies[?] met wiens wede: Wagemr: seijde getrout te wesen, noch int leven was doe hij van Antigo vertrock soo dat hij een onbeschaemde leugenaer is.
6.05
Overlijdensadvertenties en Onbeheerde Boedels, John Sang-Ajang, april 2010
- 3842 28-07-1806 dhr B. van Gelderen overleden en begraven op plantage "Onverwagt" in Para. Universele erfgenaam: de vrije Elisabeth van van Gelderen. Crediteuren en debiteuren melden bij de heer J.E. Penard. (S 1806, 65)(fiche 9, 31). MD.
- 4470 17-11-1806 Hanssen mr. Philip Samuel Hanssen 54j5m. TBB 1/4 houtgrond "Onverwagt" aan de Parakreek (S1809,6). NK
7. Website Nationaal Archief te Den Haag : www.nationaalarchief.nl / voorheen www.gahetna.nl
Database Koloniaal Suriname: Gereformeerden (door KDV Architects)
Familienaam man: Hoy
Tussenvoegsels man: de
Familienaam vrouw: Herolt
Datum ondertrouw: 1722-12-11
Datum huwelijk: 1722-12-29
Tekst register: 1722 december 11 ondertrouwt Carel de Hoij J: M: geb: van Schiedam, met Maria Abigail Herolt J: D: geb: van Amsterdam, den 29 d: in de kerk bevestigt - Abm: Aegid: Engel
Archiefstuk: ARA, Oud archief Burgerlijke Stand Suriname, inv.nr. 9, kerkboek 1688 - 1730 (Paramaribo)
Code microfiche: Enz. Ned. Ger. Gem. D. 1688 - 1730 / 7 (Paramaribo)
Pagina register: 189
Database Koloniaal Suriname: Gereformeerden (door KDV Architects)
Familienaam: Hoy
Tussenvoegsels: de
Datum overlijden: 01-10-1734
Datum kerkrecht: 01-01-1734
Tekst register: de huijsvr: van de heer Carel de Hooij
Archiefstuk: ARA, Oud archief Burgerlijke Stand Suriname, inv.nr. 23, rekeningen kerkmeesters 1723 - 1740: naamlijst der doden aan Paramaribo, Suriname, Para, en Paulus creeq
Code microfiche: Enz. Ned. Ger. Gem. O. 1723 - 1740 / 4
Pagina register: -